amb@gedanken.demon.co.uk, De Loopback Root Filesystem HOWTO Copyright (C) 1998,99 Andrew M. Bishop (amb@gedanken.demon.co.uk).
Deze documentatie is vrije documentatie; je kunt het herdistribueren en/of wijzigen onder de voorwaarden van de GNU General Public Licentie zoals gepubliceerd door de Free Software Foundation; óf versie 2 óf (naar keuze) een eventuele latere versie.
Dit programma is gedistribueerd in de hoop dat het van nut zal zijn, maar ZONDER GARANTIE; zonder zelfs de impliciete garantie van VERKOOPBAARHEID of GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Zie de GNU General Public Licentie voor meer details.
De GNU General Public Licentie is verkrijgbaar vanaf http://www.fsf.org/ of, schrijf naar de Free Software Foundation, Inc., 59 Temple Place, Suite 330, Boston, MA 02111 USA
Initiële Versie (juni 1998)
Kleine wijzigingen, wijzigingen met betrekking tot het wijzigen van de kernelversie, typfoutjes enz. (1998 - juli 1999)
Copyrightinformatie toegevoegd en opnieuw aangeleverd (september 1999)
Als eerste zal ik een aantal van de algemene grondbeginselen beschrijven die worden gebruikt bij het instellen van een loopback filesystem als het root-device.
Een loopback device onder Linux is een virtueel device dat net als ieder ander media-device kan worden gebruikt.
Voorbeelden van gewone media-devices zijn harddisk-partities zoals
/dev/hda1, /dev/hda2, /dev/sda1, of gehele
disks zoals het diskettestation
/dev/fd0 enz. Het zijn allen devices die kunnen worden gebruikt om
bestanden en directory-structuren te bevatten. Ze kunnen met het benodigde
bestandssysteem (ext2fs, msdos, ntfs enz.) worden geformatteerd en
vervolgens worden gemount.
Het loopback filesystem associeert een bestand op een ander bestandssysteem
als een compleet device. Dit kan dan net als enig ander device worden
geformatteerd en gemount. Om dit te kunnen doen wordt het device genaamd
/dev/loop0, /dev/loop1, enz. geassocieerd met het bestand
en vervolgens wordt dit nieuwe virtuele device gemount.
Onder Linux is ook een ander type virtueel device gemount als bestandssysteem mogelijk, dit is het ramdisk device.
In dit geval refereert het device niet naar fysieke hardware, maar naar een deel van het geheugen dat voor dit doel is gereserveerd. Het in beslag genomen geheugen wordt nooit naar disk geswapt, maar blijft in de diskcache.
Een ramdisk kan ten alle tijden worden aangemaakt door naar het ramdisk-device
/dev/ram0 of /dev/ram1 enz. te schrijven. Dit kan vervolgens
op dezelfde manier worden geformatteerd en gemount als het loopback-device.
Wanneer een ramdisk wordt gebruikt om vanaf te booten (zoals vaak op Linux-installatiedisks of rescue-disks wordt gedaan), dan kan het disk-image (de gehele inhoud van de disk als een enkel bestand) op de bootdisk in gecomprimeerde vorm worden opgeslagen. Dit wordt automatisch door de kernel herkend wanneer het boot en het wordt voordat het wordt gemount naar ramdisk gedecomprimeerd.
Het initiële ramdisk device is onder Linux een ander belangrijk mechanisme dat we nodig hebben om een loopback-device als een root-bestandssysteem te kunnen gebruiken.
Wanneer de initiële ramdisk wordt gebruikt, wordt het bestandssysteem
image naar het geheugen kopieerd en gemount zodat de bestanden erop kunnen
worden benaderd. Een programma op deze ramdisk (genaamd
/linuxrc) wordt uitgevoerd en wanneer het daarmee klaar is, wordt een
ander device als het root-bestandssysteem gemount.
De oude ramdisk is echter nog steeds aanwezig en is gemount op de directory
/initrd als dat er is of beschikbaar via het device
/dev/initrd.
Dit is ongebruikelijk gedrag aangezien de normale bootreeks vanaf de toegewezen root-partitie boot en het blijft draaien. Met de initiële ramdisk-optie is het mogelijk dat de root-partitie kan wijzigen voordat de hoofd-bootreeks is gestart.
Het root-bestandssysteem is het device dat als eerste wordt gemount zodat
het na het booten verschijnt als de directory genaamd /.
Er zijn een aantal complicaties met het root-bestandssysteem die te wijten
zijn aan het feit dat het alle bestanden bevat.
Bij het booten worden de rc scripts uitgevoerd, dit zijn óf
de bestanden in /etc/rc.d of /etc/rc?.d afhankelijk van
de versie van het programma /etc/init.
Wanneer het systeem is geboot, is het niet mogelijk de root-partitie te unmounten of wijzigen, aangezien alle programma's het in zekere mate zullen gebruiken. Daarom is de initiële ramdisk zo nuttig, omdat het zo kan worden gebruikt dat de uiteindelijke root-partitie niet dezelfde is als die tijdens het booten wordt geladen.
Om te laten zien hoe de initiële ramdisk in de bootreeks opereert, is de volgorde van gebeurtenissen hieronder weergegeven.
LILO of LOADLIN. Je ziet de melding
Loading... als dit gebeurt.LILO of LOADLIN uitgevoerd.
Je ziet de melding Loading... als dit gebeurt./linuxrc wordt op de initiële ramdisk
uitgevoerd./etc/init wordt uitgevoerd wat de
gebruikersconfigurabele bootreeks uit zal voeren.Dit is slechts een vereenvoudigde versie van wat er plaatsvindt, maar het is voldoende om uit te leggen hoe de kernel opstart en waar de initiële ramdisk wordt gebruikt.
Nu dat de algemene grondbeginselen zijn uitgelegd, kan de te gebruiken methode voor het aanmaken van het loopback-device worden uiteengezet.
Om het loopback rootdevice aan te maken zijn een aantal dingen benodigd.
Het belangrijkste is de toegang tot een geïnstalleerd Linux-systeem. Dit omdat het loop-device alleen onder Linux kan worden aangemaakt. Dit betekent dat het niet mogelijk is een werkend systeem vanuit het niets te booten. De benodigdheden van het Linux-systeem waar je gebruik van maakt is dat je er een kernel op kunt compileren.
Als het loopback-device éénmaal is aangemaakt, zal het een groot bestand zijn. Ik heb bestanden van 80 MB gebruikt, maar ook al was dit voldoende voor een X-terminal, mogelijk dat het niet genoeg is als je het voor veel meer wilt gebruiken. Dit bestand moet naar de DOS-partitie worden gekopieerd, dus er moet óf van een netwerk, óf van een heleboel diskettes gebruik worden gemaakt.
De benodigde software bestaat uit:
LOADLIN versie 1.6 of hogermount welke loopback-devices ondersteuntDit zou voor recente Linux-installaties standaard aanwezig moeten zijn.
Ik maakte het loopback-device met Linux-kernel versie 2.0.31, ook andere versies zouden moeten werken, maar op z'n minst moeten de volgende opties opgenomen zijn.
De kernel-opties die je zal moeten activeren zijn:
CONFIG_BLK_DEV_RAM).CONFIG_BLK_DEV_INITRD).CONFIG_BLK_DEV_LOOP).CONFIG_FAT_FS).CONFIG_MSDOS_FS).De eerste twee zijn voor het RAM-diskdevice zelf en voor het initiële ramdisk-device. De volgende is de optie voor het loopback bestandssysteem. De laatste twee bestaan uit de ondersteuning voor het msdos bestandssysteem welke nodig is voor het mounten van de DOS-partitie.
Een kernel compileren zonder modules is de eenvoudigste optie, alhoewel het mogelijk zou moeten zijn als je modules wilt, ik heb het echter niet geprobeerd. Als er modules worden gebruikt, dan zou je ervoor moeten zorgen dat je de bovenstaande opties hebt meegecompileerd en niet als modules.
Mogelijk moet je afhankelijk van de door jouw gebruikte kernel een kernelpatch toepassen. Het is een zeer eenvoudige patch die het je mogelijk maakt het loopback-device als root-bestandssysteem te gebruiken.
Bij 2.0.x kernels moet er in het bestand /init/main.c een enkele
regel worden toegevoegd zoals is weergegeven in de hieronder gewijzigde versie.
De regel met "loop", 0x0700 is de regel die werd toegevoegd.
static void parse_root_dev(char * line)
{
int base = 0;
static struct dev_name_struct {
const char *name;
const int num;
} devices[] = {
{ "nfs", 0x00ff },
{ "loop", 0x0700 },
{ "hda", 0x0300 },
...
{ "sonycd", 0x1800 },
{ NULL, 0 }
};
...
}
Bij 2.2.x kernels moeten aan het bestand /init/main.c drie regels
worden toegevoegd zoals door de gewijzigde versie hieronder wordt getoond.
De regel waarin staat "loop",
0x0700 en de regel ervoor en erna zijn degenen die moeten worden
toegevoegd.
static struct dev_name_struct {
const char *name;
const int num;
} root_dev_names[] __initdata = {
#ifdef CONFIG_ROOT_NFS
{ "nfs", 0x00ff },
#endif
#ifdef CONFIG_BLK_DEV_LOOP
{ "loop", 0x0700 },
#endif
#ifdef CONFIG_BLK_DEV_IDE
{ "hda", 0x0300 },
...
{ "ddv", DDV_MAJOR << 8},
#endif
{ NULL, 0 }
};
Zodra de kernel is geconfigureerd, kan het worden gecompileerd waarmee
een bestand zImage wordt geproduceerd
(make zImage). Dit bestand zal na de compilatie te vinden zijn in
arch/i386/boot/zImage.
De initiële ramdisk wordt het eenvoudigst van het begin aangemaakt als een
loopback-device.
Je zal dit als root moeten doen. De commando's die je hiervoor uit zal moeten
voeren, staan hieronder. Er wordt vanuit gegaan dat ze vanuit de home-directory
van root (/root) worden opgestart.
mkdir /root/initrd
dd if=/dev/zero of=initrd.img bs=1k count=1024
mke2fs -i 1024 -b 1024 -m 5 -F -v initrd.img
mount initrd.img /root/initrd -t ext2 -o loop
cd initrd
[maak de bestanden aan]
cd ..
umount /root/initrd
gzip -c -9 initrd.img > initrdgz.img
Hier zijn een aantal stappen voor, en die kunnen als volgt worden beschreven.
Inhoud Van De Initiële Ramdisk
De bestanden die je op de ramdisk nodig zult hebben, zijn de minimum vereisten om commando's uit te kunnen voeren.
/linuxrc Het script dat wordt uitgevoerd om het msdos
bestandssysteem uit te voeren (zie hieronder)./lib/* De dynamische linker en library's voor de
programma's./etc/* De cache die door de dynamische linker wordt
gebruikt (niet echt nodig, maar maakt dat het stopt foutmeldingen te
produceren)./bin/* Een shell-interpreter (ash omdat het kleiner
is dan bash. De mount en losetup programma's voor
het afhandelen van de DOS-disk en het instellen van de loopback-devices./dev/* De devices die zullen worden gebruikt. Je hebt
/dev/zero voor ld-linux.so nodig, /dev/hda*
om de msdos-disk te mounten en /dev/loop* voor het loopback device./mntEen lege directory om de msdos-disk op te mounten.De initiële ramdisk die ik gebruikte, vind je hieronder. De inhoud kwam uit op 800kB waarbij de overhead van het bestandssysteem is inbegrepen.
total 18
drwxr-xr-x 2 root root 1024 Jun 2 13:57 bin
drwxr-xr-x 2 root root 1024 Jun 2 13:47 dev
drwxr-xr-x 2 root root 1024 May 20 07:43 etc
drwxr-xr-x 2 root root 1024 May 27 07:57 lib
-rwxr-xr-x 1 root root 964 Jun 3 08:47 linuxrc
drwxr-xr-x 2 root root 12288 May 27 08:08 lost+found
drwxr-xr-x 2 root root 1024 Jun 2 14:16 mnt
./bin:
total 168
-rwxr-xr-x 1 root root 60880 May 27 07:56 ash
-rwxr-xr-x 1 root root 5484 May 27 07:56 losetup
-rwsr-xr-x 1 root root 28216 May 27 07:56 mount
lrwxrwxrwx 1 root root 3 May 27 08:08 sh -> ash
./dev:
total 0
brw-r--r-- 1 root root 3, 0 May 20 07:43 hda
brw-r--r-- 1 root root 3, 1 May 20 07:43 hda1
brw-r--r-- 1 root root 3, 2 Jun 2 13:46 hda2
brw-r--r-- 1 root root 3, 3 Jun 2 13:46 hda3
brw-r--r-- 1 root root 7, 0 May 20 07:43 loop0
brw-r--r-- 1 root root 7, 1 Jun 2 13:47 loop1
crw-r--r-- 1 root root 1, 3 May 20 07:42 null
crw-r--r-- 1 root root 5, 0 May 20 07:43 tty
crw-r--r-- 1 root root 4, 1 May 20 07:43 tty1
crw-r--r-- 1 root root 1, 5 May 20 07:42 zero
./etc:
total 3
-rw-r--r-- 1 root root 2539 May 20 07:43 ld.so.cache
./lib:
total 649
lrwxrwxrwx 1 root root 18 May 27 08:08 ld-linux.so.1 -> ld-linux.so.1.7.14
-rwxr-xr-x 1 root root 21367 May 20 07:44 ld-linux.so.1.7.14
lrwxrwxrwx 1 root root 14 May 27 08:08 libc.so.5 -> libc.so.5.3.12
-rwxr-xr-x 1 root root 583795 May 20 07:44 libc.so.5.3.12
./lost+found:
total 0
./mnt:
total 0
De enige complexe stappen hierbij zijn de devices in dev. Gebruik
het programma
mknod om ze aan te maken, gebruik de bestaande devices in /dev
als een template voor het verkrijgen van de benodigde parameters.
Het bestand /linuxrc
Het bestand /linuxrc op de initiële ramdisk is nodig voor
alle voorbereidingen zodat het loopback-device voor de root-partitie
kan worden gebruikt als 't beëindigt.
Het voorbeeld hieronder probeert /dev/hda1 als een msdos-partitie
te mounten en als het daarin slaagt stelt het de bestanden /linux/linuxdsk.img als /dev/loop0 en /linux/linuxswp.img als
/dev/loop1 in.
#!/bin/sh
echo INITRD: Probeer /dev/hda1 als msdos te mounten
if /bin/mount -n -t msdos /dev/hda1 /mnt; then
echo INITRD: Mount OK
/bin/losetup /dev/loop0 /mnt/linux/linuxdsk.img
/bin/losetup /dev/loop1 /mnt/linux/linuxswp.img
exit 0
else
echo INITRD: Mount mislukt
exit 1
fi
Het eerste device /dev/loop0 zal het root-device worden en het
tweede /dev/loop1 device de swap-space.
Als je waneer je klaar bent als niet-root gebruiker naar de DOS-partitie
wilt kunnen schrijven, dan kun je in plaats daarvan gebruik maken van
mount -n -t msdos /dev/hda1 /mnt -o uid=0,gid=0,umask=000,quiet.
Hiermee zal alle toegang tot de DOS-partitie naar root worden ingedeeld
en zullen de permissies dienovereenkomstig worden ingesteld.
Het te gebruiken root-device is het bestand linuxdsk.img. Je zal
dit op dezelfde wijze, maar dan groter, aan moeten maken zoals de
initiële ramdisk werd aangemaakt. Je kunt iedere gewenste
Linux-installatie op deze disk installeren.
De eenvoudigste manier zou kunnen zijn om er een bestaande Linux-installatie naar te kopiëren. Een alternatief is er een nieuwe Linux-installatie op te kopiëren.
Ervan uitgaande dat je dit hebt gedaan, zijn er nog een paar kleine wijzigingen nodig.
Het bestand /etc/fstab moet naar de root-partitie en de swap
verwijzen door gebruik te maken van de twee loopback-devices die op de
initiële ramdisk zijn ingesteld.
/dev/loop0 / ext2 defaults 1 1
/dev/loop1 swap swap defaults 1 1
Dit zal ervoor zorgen dat de kernel niet in de war zal raken waar het root-device is als het echte root-device zal worden gebruikt. Bovendien maakt het 't mogelijk de swap-space op dezelfde manier toe te voegen zoals het gewoonlijk wordt gedaan. Je zou iedere andere verwijzing naar een rootdisk-device of swap-partitie moeten verwijderen.
Als je nadat Linux is opgestart de DOS-partitie wilt kunnen lezen, dan zal je nog een aantal extra wijzigingen moeten maken.
Maak een directory genaamd /initrd aan, hier zal de initiële
ramdisk worden gemount zodra het loopback root-bestandssysteem is gemount.
Maak een symbolische link genaamd /DOS aan dat verwijst naar
/initrd/mnt waar de echte DOS-partitie zal worden gemount.
Voeg een regel toe aan het rc bestand waarmee de disks worden gemount.
Hier zal het commando
mount -f -t msdos /dev/hda1 /initrd/mnt worden uitgevoerd, waarmee
een 'nep' mount van de DOS-partitie zal worden aangemaakt, waardoor alle
programma's (zoals df) zal weten dat de DOS-partitie is gemount en
waar het te vinden is. Als je andere opties gebruikte in het bestand
/linuxrc dan zou je die ook hier moeten gebruiken.
Een Linux-kernel op dit root-device is niet nodig, aangezien dat reeds eerder is geladen. Als je echter gebruik maakt van modules, dan zou je ze net als anders op dit device in moeten voegen.
Het root-device dat je zal gaan gebruiken, is het bestand
linuxswap.img. Het swap-device is zeer eenvoudig aan te maken.
Maak een leeg bestand aan zoals dit werd gedaan voor de initiële
ramdisk en start dan mkswap linuxswap.img op om het te
initialiseren.
De grootte van de swap-space is afhankelijk van wat je van plan bent met het geïnstalleerde systeem, maar ik raad je een hoeveelheid RAM aan tussen 8 MB en de hoeveelheid RAM dat je hebt.
De bestanden die gebruikt gaan worden, moeten naar de DOS-partitie worden verplaatst.
Dit zijn de bestanden die nodig zijn in de DOS-directory genaamd
C:\LINUX:
LINUXDSK.IMGDe disk-image dat het root-device wordt.LINUXSWP.IMG De swap space.De opstartdiskette die wordt gebruikt is slechts een gewone DOS geformatteerde opstartdiskette.
Deze wordt vanuit DOS met behulp van format a: /s aangemaakt.
Op deze disk zal je een AUTOEXEC.BAT aan moeten maken (als hieronder)
en de kernel, gecomprimeerde initiële ramdisk en het uitvoerbare bestand
LOADLIN naar moeten kopiëren.
AUTOEXEC.BAT Het door DOS automatisch uitgevoerde batchbestand.LOADLIN.EXE Het uitvoerbare programma LOADLIN.ZIMAGE De Linux-kernel.INITRDGZ.IMG De gecomprimeerde initiële ramdisk-image.In het bestand AUTOEXEC.BAT hoort slechts de volgende regel voor te
komen.
\loadlin \zImage initrd=\initrdgz.img root=/dev/loop0 ro
Hiermee wordt het te gebruiken kernel-image gespecificeerd, de initiële ramdisk-image, het root-device nadat de initiële ramdisk klaar is en dat de root-partitie read-only zal worden gemount.
Alles wat je nodig hebt om vanaf dit nieuwe root-device te booten, is dat de diskette geprepareerd zoals hiervoor is beschreven in het diskettestation is gedaan om vanaf te booten.
Je zal de volgende reeks gebeurtenisssen te zien krijgen.
/linuxrc op de initiële ramdisk wordt uitgevoerdWanneer het systeem hiermee klaar is, kun je de opstartdiskette verwijderen en het Linux-systeem gebruiken.
Er zijn een aantal fasen waarin dit proces zou kunnen mislukken, ik zal proberen uit te leggen wat dat zijn en wat te controleren.
Wanneer DOS boot is eenvoudig te herkennen door de melding MS-DOS
Starting ... op het scherm. Als deze melding niet verschijnt, dan is
de diskette óf niet opstartbaar of het systeem kan niet worden
opgestart vanaf het diskettestation.
Wanneer de commando's in het AUTOEXEC.BAT bestand worden
uitgevoerd, zouden deze standaard naar het scherm moeten worden geëchoot.
In dit geval gaat het slechts om een enkele regel waarmee
LOADLIN wordt opgestart.
Wanneer LOADLIN wordt uitgevoerd, zal het twee zeer zichtbare
dingen doen, als eerste zal het de kernel in het geheugen laden, ten tweede
zal het de ramdisk naar het geheugen kopiëren.
Beiden zijn te herkennen aan een Loading... melding.
De kernel begint zichzelf te comprimeren, hierdoor kunnen crs fouten ontstaan als de kernel-image beschadigd is. Vervolgens zal het de initilisatiereeks starten, welke zeer woordenrijk met diagnostische meldingen is. Tijdens deze fase is het laden van het initiële ramdisk-device ook zichtbaar.
Tijdens de uitvoering van het bestand /linuxrc zijn er geen
diagnostische meldingen, maar die kun je zelf als hulp bij het debuggen
toevoegen. Als het in dit stadium niet lukt het loopback-device als het
root-device in te stellen, dan zie je wellicht een melding dat er
geen root-device is en breekt de kernel af.
De normale bootreeks van het nieuwe root-device zal nu verdergaan en
hierbij worden heel wat meldingen weergegeven.
Er kunnen problemen optreden met het read-write mounten van het root-device,
maar de commandoregel-optie 'ro' van LOADLIN kan dit verhelpen.
Andere problemen die op kunnen treden bestaan daaruit dat de bootreeks
van slag is over waar het root-device is, dit is waarschijnlijk te wijten
aan een probleem met /etc/fstab.
Wanneer de bootreeks is voltooid, blijft er nog een probleem over dat programma's van slag zijn of de DOS-partitie wel of niet is gemount. Daarom is het een goed idee het eerder beschreven nep mount commando te gebruiken. Dit maakt 't leven er een stuk eenvoudiger op als je de bestanden op het DOS-device wilt benaderen.
De documenten die ik gebruikte om mijn eerste loopback root-bestandssysteem aan te maken, waren:
init/main.cDocumentatie/initrd.txt en Documentation/ramdisk.txt.LILO documentatie.LOADLIN documentatieNu het principe van het booten van een bestandssysteem in een bestand op een DOS-partitie is bewezen, zijn er veel andere dingen die je nu kunt doen.
Als het mogelijk is Linux vanaf een bestand op een DOS-harddisk te booten door gebruik te maken van een opstartdiskette, dan is het uiteraard ook mogelijk dit te doen door de harddisk zelf te gebruiken.
Een configuratie bootmenu kan worden gebruikt met de optie om
LOADLIN vanuit AUTOEXEC.BAT uit te voeren.
Hierdoor zal de bootreeks sneller zijn, maar verder is het identiek.
Het gebruik van LOADLIN is slechts één optie voor
het booten van een Linux-kernel. Er is ook LILO dat vrijwel
hetzelfde doet maar zonder dat het DOS nodig heeft.
In dit geval kan de voor DOS geformatteerde diskette worden vervangen door één die met ext2fs is geformatteerd. De details zijn anders zeer vergelijkbaar, met de kernel en de initiële ramdisk bestanden op die disk.
De reden dat ik koos voor de LOADLIN methode is dat de argumenten
die aan LILO moeten worden meegegeven wat complex zijn.
Ook is het vanzelfsprekender voor een terloopse waarnemer waar de
diskette voor is, aangezien het onder DOS kan worden ingelezen.
Ik heb de NTFS-methode geprobeerd en had er geen problemen mee. De driver voor het NTFS bestandssysteem is in versie 2.0.x geen standaard kerneloptie, maar het is als een patch beschikbaar vanaf http://www.informatik.hu-berlin.de/~loewis/ntfs/. Onder versie 2.2.x is de NTFS driver standaard in de kernel opgenomen.
De enige wijzigingen voor het VFAT- of NTFS-opties bestaan uit de initiële
ramdisk, het bestand /linuxrc moet in plaats van msdos een
bestandssysteem van het type vfat of ntfs mounten.
Ik zou niet weten waarom dit niet tevens op een VFAT-partitie zou werken.
Voor het proces waarbij Linux vanaf een standaarddistributie op een PC wordt geïnstalleerd, is een diskette nodig en het herpartitioneren van de disk. Deze fase zou in plaats daarvan kunnen worden bewerkstelligd door een bootdiskette, waarmee een leeg loopback-device en een swapbestand worden aangemaakt. Hiermee zou het mogelijk worden de installatie als normaal voort te zetten, maar zou in het loopbackdevice installeren in plaats van op een partitie.
Dit zou als alternatief voor een UMSDOS installatie kunnen worden
gebruikt, het zou efficiënter in diskgebruik zijn, aangezien de
minimum inbeslaggenomen eenheid in het ext2 bestandssysteem 1kB is in plaats
van de tot aan 32kB op DOS-partities.
Het kan ook op VFAT en als NTFS geformatteerde disks worden gebruikt
welke anders een probleem zou zijn.
Deze methode kan ook worden gebruikt om een Linux systeem vanaf een device te booten dat normaal gesproken niet opstartbaar is.
Uiteraard zijn er nog vele andere devices die zouden kunnen worden gebruikt, NFS root filesystems zijn reeds in de kernel als een optie opgenomen, maar in plaats daarvan zou ook de hier beschreven methode kunnen worden gebruikt.